We zijn weer thuis. Dat is toch wel erg anders dan op een autovrije berg vertoeven. In plaats van heel lange wandelingen lopen loop ik in draf en als ik zin heb ren ik hard naast de fiets waarop een Henk zit. Bijna altijd gaan we dagelijks richting Ockenburgh. Daar is een grote veld waar veel honden komen. Soms wel met z'n tienen tegelijk! Dat zijn honden van wie de baasjes overdag niet kunnen of willen uitgaan met hun hond. Daar zijn dan steevast 1 of 2 uitlaatvrouwen bij. De één wandelt snel over het veld, constant een viervoeter roepend, de ander blijft een tijdje aanwezig. Dat zijn de leuksten, de blijvers: want altijd hebben ze wel een hond zich met wie ik kan spelen. Meestal ga ik dan richting brede sloot, aan de zijkanten is het niet diep zodat ik niet hoef te zwemmen. Vaak daagt een hond me uit om verder het water in te gaan. Daar houd ik niet van, al dat gezwem, dus blijf ik dicht bij de wal. Vanmorgen regende het zachtjes. Er was geen hond te bekennen. De Henk die bij me was gooide met stukken afgeknapte takken, bij het narennen spatte veel water op. Een soort van waterballet werd het met veel opspattend neergekomen regenwater. Na het spelen liepen we richting fiets. Vlakbij stond een witte auto met tweebeners erin die een soort politiepak aan hadden. Ze bleven maar naar ons kijken, kwamen niet hun blikken huisje uit. Misschien vonden ze het te nat. Waarom stonden ze daar? Om op te letten of mijn grote boodschap werd opgeruimd? Of, zijn er in mijn vakantie nieuwe regels ingesteld? Den Haag, met wethouder Rabin Baldewsingh voorop, is geen hondvriendelijke stad. Steeds meer parken en plantsoenen worden verboden gebied voor ons. Wordt het speelveld van Ockenburgh het zoveelste spergebied voor viervoeters? Nee toch? Dan blijft er geen echt speelveld meer over. Ja, soms wel: de buitenkanten van parken en plantsoenen. En wat, als we dan even vergeten dat het gevaarlijk is waar geen bomen en struiken staan? Oftewel, al spelenderwijs op de straat terecht komen? Nee, daar zal een Henk mij nooit ontriemd laten lopen. We blijven zeker en vast naar veilige vierbenersplekken gaan. Komt er dan een keer zo'n uniformmevrouw of -meneer achter een boom vandaan of uit z'n blikken huisje, dan heet dat pech, zou een Henk zeggen. Een geldboete zal hij niet gauw betalen, want dit hondwerende beleid is zo onredelijk. Enfin, overkomt het ons dat we met zo'n uniformtweebener gaan kennis maken, dan ga ik met hem mee een dagje het bewaarhuis in. Al zal het geen boffen zijn tussen echte boeven!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten