In de buurt waar ik woon zijn op het pad waar ons huis staat veel tweebeners die de schone was niet buiten hangen. Misschien schamen ze zich voor de kledingstukken, misschien vinden ze heel klassiek Haagsch dat dit niet hoort, of, en dat is deels zeker, gaat bij de meesten alle natte was altijd de energievretende droogtrommel in. Bah, dan zit er gedroogd geen lekker buitenzeeluchtje aan, maar een kunstmatig bloemenodeurtje. Bij mij en de buren hangen aan het balkon vaak twee droogrekken met wapperende klapperende wasgoedstukken. Een overbuurvrouw die álles ziet, noemt het paadje waar we wonen het Wasstraatje. Grappig hé? Hadden we een grotere tuin met een bleekveld, dan heette ons pad waarschijnlijk het bleekpaadje. Op dit paadje heb ik mooi uitzicht wanneer ik op het balkon lig. Heel vaak zie ik Flip ergens beneden. Flip is onze buurkat. Hij struint een beetje rond, scharrelt onder struiken, slaapt op tafeltje of stoel in zijn voortuin, waar dan de boeddha een oogje in het zeil houdt. Wil hij naar binnen dan begint ie te miauwen. Ja, ik zie en hoor alles, nou ja alles, laten we zeggen veel, heel veel. Zouden andere buren viervoeters hebben, dan zouden ze me waarschijnlijk de bijnaam allesziener geven. Nee, niet iets dorpsachtigs, zoals kleptante of roddelmiep van het Loosduinse suffertje. Want ik houd mijn mond dicht. Van alles wat ik zie houd ik bijna alles voor mezelf. Zo weten de tweebenerbaasjes van Flip niet dat hij er soms een spelletje van maakt om zich vlakbij hen in de tuin te verstoppen. Als de voordeur open gaat roepen ze: Flip, Flip, Flip! FLIP!!! Door de struiken kijkt Flip dan naar mij omhoog. Dat moeten we samen op z'n allerdierlijkst lachen. Meestal komt Flip niet direct te voorschijn, maar als hij bedenkt dat er misschien iets lekkers in zijn eetbakje wacht, dan staat hij op en wandelt rustig naar binnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten