Laat in de ochtend klopte iemand bij ons op de voordeur. Die iemand was nog niet te zien, toch wist ik voordat de deur openging dat het een vertrouwd iemand moest zijn. Een soort van grote belofte met de geur van alpenbloemen en verre sneeuw om zich heen (tweebeners denken eerder aan een smullekkere verrassing verpakt ik Zwitserse roomchocolade). Een lief speelmaatje waarvan ik bij het eerste zien altijd opgewonden raak. Dat gebeurt ook wel bij tweebeners van het reuengeslacht, maar die kijken anders naar een vrolijke tweebenervrouw die jong, pienter, goed uitziend en spelerig is. Nee, nee, reuen op twee benen, niet dát komt bij me op! Wel lieve onbeperkte aandacht, verlangen naar spelen, het liefst in de sneeuw (want daar heb ik met haar veel ervaring in), wandelen zonder riem en troetelkroelwoordjes.
Het was Djøra die al vroeg met haar tassen en draagbare kijktelevisie met vast typemachientje uit het zuiden naar Loosduinen de weg op ging. Ze kwam me gezelschap houden, beide Henken moesten op plaatsen zijn waar ik liever weg blijf of in zekere zin ongewenst ben. Leuk bij Diva in huis werken aan mijn promotie, dat kon ik met mijn hondenhersens bij het verwelkomen aan haar aflezen. Ja ja.
Ik kreeg bij haar aanwezigheid een Zwitserlevengevoel. Zou ze me meenemen in hardevaartding? Richting koelte en hoge sneeuw? Eerlijk gezegd begreep ik al snel dat dit niet zou gebeuren. Ze pakte haar tassen uit, stopte een tweepuntig iets in de muur waar schrikdraadbonk in zit verstopt en ging aan de tafel zittend aan het werk. Tussendoor praatte ze tegen mij, streelde mijn warm koppetje als ik deze op haar rustende benen vleide, moest lachen wanneer ik brokjes van mijn eten bij haar neer legde. Het was goed om zo samen met Djøra te zijn. Verderop in de dag gingen we naar buiten, wandelen naar landgoed Ockenburgh. Op het grote speelveld waren enkele mij bekende viervoeters, iemand die mij altijd met een Henk tegenkwam vroeg een beetje verbaasd aan Djøra: 'hée, is dat Diva?' 'Ja' (-; zei mijn tweebenervriendinnetje trots. Grappig hé?
Op het grote speelveld leidde ik haar een beetje rond want ze kende dit natuurlijk niet zo goed als ik. We kwamen bij het stilstaande water met een beetje schommelend plat gras er bovenop. Plons, daar baadde ik al. Kom dan Djør, keek ik naar haar, kom dan, dan kunnen we samen spetterspieterspateren. Tja, en dit viel me van haar tegen, zij bleef gewoon op de kant staan. De zon zou haar toch drogen? Haar haren kon ze net als wij viervoeters toch na afloop uitschudden?
Ik begreep het wel een beetje, al lette ze nagenoeg constant op mij, één keertje zag ik in haar ogen iets van heimwee naar bergen sneeuw. Hup, ik bedacht me geen moment, ik sprong met vier benen tegelijk uit de brede sloot. Gelukkig, mijn vriendinnetje die er de hele dag voor mij was had ik weer afgeleid. Ze lachte, en heel veel gelukjes samen keerden we huiswaarts. Jawel, op de foto ziet het er misschien uit als een politietraingevecht, toch is dat helemaal totaal niet waar: zo ruw stoeiden we in de sneeuw! Begin dit jaar, ergens boven Wengen, waar de wind soms herinneringen aanwaait van mijn voorgangers Hellah en Dalai.
1 opmerking:
Woeferdewaf Diva, ik ben wel een klein beetje jaloers op jou en je omringende vrienden. Jammer dat ik het gezicht niet kan zien van Djøra, want je hebt me wel nieuwsgierig gemaakt. De volgende keer misschien?
Kwispelgroeten, ook voor de dichtende Henk (complimenten voor de prachtige beschrijvingen!!), Peet
Een reactie posten